Nu eerst maar even iets over Drenthe. Het is wellicht bekend dat het gebied dat wij Drenthe noemen duizenden jaren achtereen een zeer dunbevolkt landschap is geweest dat voor het grootste deel uit heidevelden en moerassen bestond. Het is dan ook logisch dat de bewoners van dat gebied geen hoge status hadden in de rest van Europa. Hun aantal was daarvoor veel te gering. En hun stem telde derhalve nooit mee als er op bestuurlijk gebied elders in de wereld belangrijke beslissingen moesten worden genomen. Dat gold overigens eeuwenlang voor alle niet-
De grenzen van wat nu Drenthe heet zijn in de loop der eeuwen vele keren gewijzigd. Zo lag de (toen nog prille) stad Groningen ooit op het grondgebied van de toenmalige Graafschap Drenthe. En ook de Friese Stellingwerven behoorden eens tot de Olde Landschap. Drenthe wisselde daarnaast ook verschillende keren van eigenaar. De Duitse keizer Hendrik de Tweede-
De Drenten zelf hadden daar helemaal geen invloed op. De meest-
Van generatie op generatie gingen de allochtone families in Drenthe hun min of meer vredelievende gangetje. Maar net als elders in Europa waren er ook wel eens tijden van oorlog waarin de Drentse bevolking zwaar gebukt ging onder het geweld van allerlei legers die elkaar te vuur en te zwaard bestreden. Wanneer een regiment soldaten lange tijd geen soldij meer van hun leiders had ontvangen dan begonnen deze berooide mannen de bevolking te plunderen. Hetgeen in vele gevallen tot moord en doodslag leidde. Zowel onder de bevolking als onder de soldaten. De geschiedenis van Drenthe loopt daarmee parallel aan die van de rest van Europa.
Ook waren er tijden waarin er honderden hongerige zwervers van buitenaf door Drenthe struinden die het vaak niet zo nauw namen met het mijn en het dijn. Zij hadden honger. Agrarische gezinnen in afgelegen dorpjes en in dito keuterijen voelden zich daardoor vaak onveilig. Want overvallen en berovingen waren in bepaalde roerige perioden in de geschiedenis van Europa, en dus ook in Drenthe, aan de orde van de dag. Het is dan ook begrijpelijk dat de dorpelingen deze zwervers wantrouwden en dat men zich op allerlei manieren tegen potentiële dieven en overvallers wapende. Hetgeen over en weer soms tot plotselinge sterfgevallen leidde. De doorsnee Drent wordt niet snel agressief. Maar als men hem of haar langdurig tergt dan verandert hij (en ook zij wel vaak) in een ongeleid projectiel dat vele malen achtereen ontploffen kan. Dan hei’j de gort gaor, zoals men dat in Drenthe dan omschrijft en zegt.
Tijdens dergelijk gort-
Er werd vanuit Utrecht dan ook op weloverwogen en heethoofdig-
Het was nu wel duidelijk wie er de baas was in Drenthe. En heel erg opstandig zijn de Drenten daarna tot op heden ook niet meer geweest. Dat bleek onder meer in de periode 1940-
De turfindustrie, die in de negentiende eeuw tot grote bloei kwam, zorgde er aanvankelijk voor dat er werkgelegenheid en een prille vorm van welvaart ontstond in de nieuwe provincie. In het algemeen was het leven goed leefbaar in Drenthe hoewel er, net als elders in de wereld, wel grote verschillen bestonden tussen arm en rijk. In de wintermaanden lag het werk in de landbouw en in de veengebieden stil en dan werd er weinig of niets verdiend. Vele mensen waren ‘s winters dan ook afhankelijk van gunsten en gaven waarbij de kerk als hulporganisatie een belangrijke rol speelde. Dat gold overigens ook voor de rest van Nederland. In het jaar 1900 bijvoorbeeld telde Nederland vijf miljoen inwoners. En ruim twee miljoen van hen leefden in diepe armoede. En die twee miljoen mensen die woonden voor het overgrote deel NIET in De Olde Landschap! Laat dat hier even gezegd zijn.
Als de winter voorbij was kwam de werkgelegenheid in de landbouw in ons land weer op gang. Maar in de veengebieden in Drenthe was dat in de jaren dertig van de vorige eeuw vrij plotseling niet meer het geval doordat de vraag naar turf in het Westen van ons land afnam. Steeds meer turf-
Tijdens deze economisch-
The Great Depression zorgde er voor dat er wereldwijd een periode van grote werkloosheid en van sociale onrust aanbrak. De omstandigheden waaronder een relatief klein deel van de Drentse bevolking indertijd moest leven waren schrijnend. Maar dat was dus ook het geval in grote delen van Amerika en van Europa en dus ook in Nederland. En zeker ook in Amsterdam.
Pas in 1815 werd Drenthe voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid officieel een volwaardige provincie met een eigen provinciaal bestuur, nadat het was ingelijfd bij het toen nog kersverse Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. De geïsoleerde ligging van het gebied en het geringe inwonertal zorgden er echter ook toen nog voor dat er in het Westen van het nieuwe Koninkrijk maar weinig belangstelling en waardering was voor Drenthe. Hetgeen uiteraard niet zegt over de Drenten zelf.
Al vanaf 1900 verschenen er in kranten en tijdschriften in het Westen van ons land met enige regelmaat echter foto's van hutten en keten waarop de provincie Drenthe werd gestigmatiseerd als de meest-