De legende van de gouden beer

In de zeer lezenswaardige geïIlustreerde roman: ‘De legende van de gouden beer’ neemt schrijfster, dichteres en tekenares Berendientje van Dalen uit Assen je mee naar haar jeugd in en om de Drentse hoofdstad. Want daar werd zij op 29 april 1944 in haar maagdelijke blootje ter wereld geworpen. Zij vertelt hoe zij in de loop der jaren onder meer een liefhebbende vierlingmoeder, de grondlegster van de succesvolle Eerste Asser Speelgoedberenfabriek GG & GG, en een zeer tevreden weduwe wist te worden, hetgeen zijzelf zeer duidelijk als een opmerkelijke prestatie wenst te beschouwen.

Haar (zeven jaar oudere) echtgenoot Barteld Jansen verongelukte op hoge leeftijd op zijn gammele opoe fiets, op het Kerkplein in Assen, doordat hij aan een goed gevulde touringcar, die hem voorzichtig maar toch ook wel min of meer vastberaden van rechts naderde, geen voorrang wenste te verlenen. Hij liet haar daarbij achter met de door hem indertijd op vrij heftige wijze verwekte meisjes-vierling Grietje, Geertje, Geesje en Gratje Jansen.

In de nasleep van deze ongetwijfeld droevige familie-gebeurtenis, kon Berendientje haar huwelijks-naam Berendientje Jansen-Van Dalen op geheel natuurlijke wijze veranderen in haar oorspronkelijke meisjes-achternaam Van Dalen en dat deed zij maar al te graag, maar toch ook nog wel een beetje vanuit een gevoel van respect en genegenheid voor haar overleden echtgenoot.

Berendientjes moeder was een bevindelijk-gereformeerde schippers-dochter uit Delfzijl, terwijl haar op de Smilde geboren vader er een flinterdun Niet Noemenswaardig-Hervormd (NNH) geloof op nahield. Het zal niemand verbazen dat het grote verschil in godsdienstbeleving tussen beide ouders onderling vrij regelmatig tot botsingen leidde in huize Van Dalen. Berendientje werd daardoor geregeld geestelijk en inwendig heen en weer geslingerd tussen een ijzersterk geloof in God enerzijds en een zekere mate van jolig-getint twijfelaars-geloof anderzijds.

De stijl waarin Berendientje van Dalen haar literaire streekroman heeft geschreven, verandert meestal op een vloeiende en rustgevende manier, van ‘lichtvoetig’ naar ‘beschouwend’, van humoristisch naar ontroerend en van ‘een tikkeltje gestoord’, naar ‘opvallend diep-verdiepend’.

Het gaat hier dan ook zeker om zowel intelligent- als lekker leesvoer.

‘De legende van de gouden beer’ kan al met al omschreven worden als een soepel en beeldend opgetekende en vooral ook gezellige streekroman, waarin een duidelijke literaire ondertoon en vlagen van heerlijk-vrijpostige bellettrie elkaar op een soepele manier afwisselen. De door Berendientje zelf gemaakte tekeningen zorgen ervoor dat het boek zeer verfrissend en aantrekkelijk oogt en dat het je, mede daardoor, geen moment zal gaan vervelen.

Iedereen die dit boek leest, zal ervaren dat het gemoed van deze schrijfster gevuld is met een bonte mengeling aan gevoelens en gedachten die zowel warm, begripvol, empatisch en liefdevol van aard zijn als egocentrisch, drammerig en onnavolgbaar-onlogisch. Zij vindt zichzelf ‘een vrouw om van te houden’ en daar zou zij (eveneens volgens haar zelf) wel eens volkomen gelijk in kunnen hebben.

De meeste geestelijk volwassen Assenaren, en daarnaast ook vele andere inwoners van de provincie Drenthe van dat soort, zullen de verschillende omgevingen, waarin het verhaal zich afspeelt ongetwijfeld kennen of herkennen.

Zo neemt de schrijfster je onder meer mee naar ‘het knusse stadje Assen van weleer’, het oeroude en ongerepte natuurgebied Kampsheide bij Balloo, het er direct naast gelegen magische Tumulibos, het armoedige ketendorpje Lombok, haar geboortestreek Schieven-Anreep aan de rand van Assen, de dolmen oftewel de hunebedden van Loon en van Balloo en naar een bijna vergeten graftombe, eenzaam gelegen in de uitgestrekte landerijen tegenover de alom bekende Koepelkerk ‘op de Smilde’.

Er zit een min of meer verborgen, en daardoor wellicht niet meteen voor iedereen herkenbare, maar desondanks zeer belangrijke verhaallijn in het boek. Die lijn maakt ‘De legende van de gouden beer’ tot een intelligente puzzel, voor iedereen die op zoek is, of die op zijn minst verlangt naar een onbevlekt godsbeeld, waarin het grenzeloze mysterie van de totale schepping in een verhelderend daglicht kan komen te staan.

Het draait daarbij in diepste wezen om de ware strekking van een wereldberoemde wetenschappelijke formule, waar vrijwel iedereen wel eens van gehoord heeft, maar die slechts door weinigen begrepen wordt. Berendientje begrijpt er zelf in ieder geval niets van.

Maar desondanks biedt dit boeiende boek uit Assen zicht op de ware betekenis van de belangrijke letter ‘E’, in de formule van Albert Einstein. Althans, dat is de conclusie van de schrijver van deze recensie, die, volledigheidshalve, enkele jaren geleden nog als publiciteits-medewerker van de alom bekende firma ‘Wij van WC-Eend’ door het leven ging.

In die ‘E’ van Einstein ligt de toekomst van een liefdevol en universeel joods georiënteerd christendom besloten. Een betekenis, die Einstein er zelf, in zijn rol als nuchtere wetenschapper, waarschijnlijk niet aan kon, wilde of zelfs niet aan durfde te geven, waardoor hij veiligheidshalve toch maar koos voor het neutrale woord ‘Energie’.

Bedankt voor het lezen van deze beschouwende website-tekst over Berendientje en haar opmerkelijke boek, dat mede tot stand wist te komen door de Drentse journalist, schrijver en deeltijdzanger Ab Drijver en zijn zoon Remco Drijver. Beiden Assenaren werden zorgvuldig en geduldig bijgestaan door activiteitenbegeleidster en streektaalzangeres Janke Lameris, eveneens geboren en getogen in Assen. Zij voerde, samen met bovengenoemde heren, een groot deel van het broodnodige correctiewerk uit, mede namens Berendientje, die achteraf beschouwd een heel klein beetje woordblind bleek te zijn.

Succes gewenst, met het oplossen van de onderliggende puzzel, in dit boeiende boek uit Assen. De uitkomst van die puzzel zou wel eens van groot belang kunnen zijn bij het overbruggen van de eeuwenoude kloof die wetenschap en religie tot op de dag van vandaag onnodig van elkaar gescheiden houdt. Maar ja. Misschien klinkt zo’n bewering jou een beetje al te overdreven in de oren? Bewijs dan zelf, via het boek, maar eens eventjes het tegendeel ervan.

De legende van de gouden beer

Het boek: De legende van de gouden beer:

Humoristisch, ontroerend, prettig gestoord

en diepzinnig tegelijk

Van één onzer verslaggevers